Borstvoeding is voor een baby de meest geschikte voeding. Ook wanneer je zelf besmet bent met het virus, weegt het risico op besmetting niet op tegen de voordelen van het geven van borstvoeding. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat het COVID-19 virus kan worden doorgegeven via moedermelk. Een baby kan alleen besmet raken door in direct contact te komen met het virus (via een besmet persoon of materiaal). Om de kans daarop te minimaliseren, adviseren we om de richtlijnen van het RIVM rond leefstijl- en hygiënemaatregelen goed op te volgen.
We adviseren om bij het voeden de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen:
- Was je handen goed en grondig voor je je baby aanlegt of aan de slag gaat met kolfmaterialen.
- Vermijd hoesten en niezen in de buurt van je baby, ook tijdens het voeden.
- Wanneer je een borstpomp of kolf gebruikt, volg dan nauwgezet de reinigingsinstructies van de fabrikant. Hetzelfde geldt voor zuigflesjes, spenen en bewaarbakjes. Kook ze regelmatig, maar minstens één keer per 24 uur gedurende 30 minuten goed uit.
- Wanneer het mogelijk is dat een gezinslid, dat niet besmet is met het virus, de baby kan voeden met afgekolfde melk, is dat iets om in overweging te nemen. Laat deze persoon ook altijd eerst de handen wassen en ook vermijden te hoesten en te niezen in de buurt van de baby.
We hopen dat dit jou helpt. Mocht je nog vragen hebben, stel ze dan gerust. We zijn ook (gratis) bereikbaar via 0800 022 26 26.